Einde van een faillissement

YUR.

Wanneer de curator alle lopende kwesties heeft afgerond (de spullen zijn verkocht, vorderingen geïncasseerd, oorzaken- en boekenonderzoek afgerond etc.) volgt de afwikkeling. Het wordt tijd om het geld dat bij elkaar is gebracht te verdelen onder de schuldeisers. Over welke procedures spreken wij bij een afwikkeling van een faillissement?

Een faillissement kan eindigen op verschillende manieren.

1. Vernietiging van het vonnis;

  • Door vernietiging van het vonnis. De gefailleerde vecht met behulp van een advocaat het faillissement aan omdat het bijvoorbeeld is uitgesproken per vergissing of omdat hij/zij niet is opgehouden te betalen.

2. Omzetting naar de wettelijke schuldsanering;

  • Bij faillissement van een privé persoon: door omzetting naar de wettelijke schuldsanering (de WSNP). De gefailleerde moet hiervoor zelf een verzoek indienen. De gefailleerde heeft daar wel een advies van de curator bij nodig

3. Bij gebrek aan baten;

  • Bij gebrek aan baten (officieel: vanwege de toestand van de boedel). Dit is geregeld in artikel 16 van de Faillissementswet (Fw). Er is tijdens het faillissement dan geen of heel weinig geld verzameld. Slechts de boedelschulden kunnen gedeeltelijk, of helemaal niet, worden betaald. De curator vraagt de rechter-commissaris het faillissement bij de rechtbank voor te dragen voor opheffing bij gebrek aan baten. Is de gefailleerde een natuurlijk persoon, dan blijven de schulden staan en kunnen schuldeisers na afwikkeling van het faillissement weer rechtstreeks hun vordering gaan incasseren. Voor een vennootschap geldt dat niet. Die gaat na de afwikkeling van het faillissement naar de “vennootschapshemel”.

4. Een crediteurenakkoord;

  • De gefailleerde kan een crediteurenakkoord aanbieden aan zijn schuldeisers. Meestal wordt dan een percentage van de schulden betaald. Voor de rest van de schulden wordt dan “finale kwijting” verkregen. Een crediteurenakkoord moet wel aan een aantal vereisten voldoen voordat dit door de rechtbank wordt bekrachtigd. De schuldeisers hebben daarin een stem.

5. Vereenvoudigde afwikkeling;

  • Soms kunnen de boedelschulden helemaal worden betaald en de preferente schuldeisers gedeeltelijk. De curator vraagt dan toestemming om het faillissement af te wikkelen volgens artikel 137a Fw. Dit heet vereenvoudigde afwikkeling. Er wordt geen verificatievergadering gehouden, maar er wordt wel een uitdelingslijst gedeponeerd op de griffie van de rechtbank. Die lijst kan iedereen inzien. Wanneer de lijst tien dagen ter inzage heeft gelegen, is het faillissement geëindigd door het verbindend worden van de slotuitdelingslijst

6. Afwikkeling uitbetaling concurrente schuldeisers;

  • Wanneer er zoveel geld is in het faillissement dat ook aan de concurrente schuldeisers (gedeeltelijk) kan worden uitbetaald, moet er in ieder geval een verificatievergadering komen. Daarna volgt een procedure zoals hierboven onder 5 beschreven, maar dan ziet de uitdelingslijst ook op de concurrente schuldeisers. Dus ook op de schuldeisers die geen bijzonder voorrecht hebben. Het faillissement eindigt daarmee (artikel 193 Fw).

Advies nodig over het afwikkelen van een faillissement?

Advies nodig? Raadpleeg een insolventierecht advocaat voor vragen over het afwikkelen van een faillissement.