Het recht van retentie
Het retentierecht behoort tot de categorie zakelijke zekerheidsrechten. Met een retentierecht kan een schuldeiser weigeren zaken (terug) aan de schuldenaar af te geven tot het moment dat de schuldenaar zijn (betalings)verplichtingen is nagekomen. Daarbij is het dan uiteraard wel van belang dat aan alle vereisten voor een geldig retentierecht is voldaan.
In deze blog worden allereerst twee praktijkvoorbeelden omtrent dit recht uitgewerkt. Vervolgens worden de drie vereisten voor een geldig retentierecht toegelicht.
Terminologie
Terminologie
- Retentor: de partij die het retentierecht inroept en daarmee de zaak weigert terug te geven aan de schuldenaar tot het moment dat de schuldenaar aan zijn (betalings)verplichtingen heeft voldaan.
Voorbeeld: De aannemer in de bouw
Stel dat een aannemer wordt ingeschakeld door een opdrachtgever voor de bouw van een appartementencomplex. Als de opdrachtgever de facturen voor de door de aannemer verrichte (bouw)werkzaamheden niet betaalt, kan de aannemer zich op het retentierecht beroepen: het appartementencomplex wordt dan niet opgeleverd totdat de betaling heeft plaatsgevonden.
De garagehouder
Stel dat de remblokken van een auto moeten worden vervangen. De auto wordt achtergelaten bij de garagehouder, zodat de reparatie aan de auto kan worden uitgevoerd. Als de eigenaar van de auto weigert voor de reparatie te betalen, kan de garagehouder zich op dit recht beroepen: de auto wordt dan niet teruggegeven aan de schuldenaar totdat de factuur voor de reparatie van de auto is betaald.
De drie vereisten
Een retentierecht hoeft niet tussen partijen overeen te zijn gekomen, maar volgt simpelweg uit de wet. Het retentierecht is te vinden in artikel 3:290 e.v. BW.
Om te kunnen spreken van een geldig retentierecht, moet worden voldaan aan drie vereisten:
Een opeisbare vordering
De retentor moet een opeisbare vordering op de schuldenaar hebben. Een vordering, bijvoorbeeld een factuur, is opeisbaar wanneer de uiterste op de factuur vermelde betaaldatum is verstreken zonder dat er door de schuldenaar is betaald.
Voldoende samenhang tussen vordering en zaak
Er moet voldoende samenhang zijn tussen de opeisbare vordering en de zaak waarover de retentor het recht uitoefent. In het voorbeeld van de garagehouder is dat duidelijk te zien. De openstaande factuur heeft namelijk betrekking op de reparatie van de auto, terwijl de zaak waar het retentierecht over wordt uitgeoefend de auto is.
Feitelijke macht
De retentor moet de feitelijke macht hebben over de zaak waarop het retentierecht wordt uitgeoefend. Dat houdt in dat de retentor de enige is die iets te zeggen heeft over de feitelijke toegang tot de zaak of de plaats, in ons voorbeeld de auto of het appartementencomplex.
Wat is het nut van deze zekerheid?
Het retentierecht wordt ingeroepen om de schuldenaar tot betaling te bewegen. Het retentierecht is dan ook een pressiemiddel. De aannemer in de bouw kan, mits aan alle vereisten is voldaan, zich op het retentierecht beroepen en weigeren op te leveren of gebouw vrij te geven. De opdrachtgever wordt zo aangespoord om te betalen. Ook de garagehouder kan, mits aan alle vereisten is voldaan, met een beroep op het retentierecht de auto onder zich houden. Dat vormt voor de eigenaar van de auto een prikkel om zo snel mogelijk te betalen.
Vragen? Schakel een advocaat in!
Heb jij vragen over dit onderwerp of een ander zekerheidsrecht? Neem dan contact met ons op.